woensdag 23 mei 2012

niemand weet hoe laat het is


Niemand weet hoe laat het is – Youp van t Hek


Vannacht in m'n slaap word ik plots overvallen
Straks komt een auto en die rijdt me kapot
Wanneer zal de dood zijn fiets bij mij stallen?
Wat zal mijn clou zijn? Hoe is mijn plot?
Misschien zegt de dokter:
'Meneer nog twee maanden'
En word ik door een slepende ziekte gesloopt
Men zegt dat dat beter is voor nabestaanden
Maar twee maanden pijn is toch niet wat je hoopt
Deze dag is de eerste van de rest van mijn leven
Dat denken er velen bij hun ontbijt
Terwijl ik altijd denk: ik heb nog maar even
Dit wordt de laatste van een prachtige tijd

Dus moeten we dansen en moeten we vrijen
Moeten we lachen en drinken vol vuur
Lief hou me vast want nu ben ik nog bij je
Tijd is toch geld dus het leven is duur
En ik merk elke dag dat ik me vergis
En dat er dan nog een dag over is.

Jij mag niet doodgaan en ik wil niet sterven
Laat staan onze liefste, denk niet aan ons kind
Haar dood zal ons leven voor altijd bederven
Terwijl ze misschien een hemel daar vindt
Niemand mag doodgaan, niemand verdwijnen
Maar je weet net als ik, er gaat steeds zoveel mis
Met auto's, veerboten, vliegtuigen, treinen
Niemand weet hoe laat het is
Is het vijf voor twaalf of net half zeven?
Hoeveel uur heb ik nog of rest mij een kwartier?
Hoelang mag ik doorgaan nog doorgaan met leven?
Ik heb echt geen idee dus ik grijp het plezier

Dus moeten we dansen en moeten we vrijen
Moeten we lachen en drinken vol vuur
Lief hou me vast want nu ben ik nog bij je
Tijd is toch geld dus het leven is duur
En ik merk elke dag dat ik me vergis
En dat er dan nog een uur over is

Ik weet als ik later groot ben
En ook bijna dood ben
Dan is al die angst niet nodig geweest
Maar altijd de bangste, altijd die angsten
Maakte mijn leven tot een schitterend feest

Want we hebben gedanst en we hebben gevreeën
We hebben gelachen en gespeeld met het vuur
God verbood wat we allemaal deden
Leef toch je leven als je allerlaatste uur

zaterdag 12 mei 2012

Liefde Kracht Inspiratie

vandaag 12 mei. De geboortedag van mijn liefste mama. op 12 mei 1956 werd ze geboren. Op 12 mei 2011 vierden we haar 55e verjaardag. haar eerste verjaardag met een kleinkind op schoot. met een grijze korte kop die haar prachtig stond. in een periode van hoop door een nieuwe behandeling uit Duitsland waar ze mee bezig was. de hoop bracht licht en ruimte. ik gaf haar als cadeau De kracht van het NU van Eckhart Tolle. Het was een gezellige dag met een stralende oma die haar twee weken oude Loeka de fles gaf. In die stralende blik zoveel levenskracht en vooral, levenswil. Vandaag 12 mei 2012. op allerlei manieren zijn er gekke getalconstructies 12 mei 2012, 2x 12. gebeurt maar 1x in je leven dat die cijfers overeenkomen. vandaag zou ze 56 geworden zijn, bouwjaar 1956. dat gebeurt ook maar 1x in je leven. in haar 56e levensjaar is ze overleden. Ik had zo intens graag je 56e verjaardag gevierd mama. en je 80e. maar het mag niet zo zijn. ik hoop dat je aan het vliegen bent. aan het fladderen. in het leven. boven de zee, de bergen, de zon. op terschelling. bij ons. de natuur, de oceanen, de bergen, de duinen, water, land, rots, het gaat allemaal al eeuwen en eeuwen mee. onze ziel, onze energie maakt deel uit van die natuur. dát is het leven. ik hoop dat het daar naar je zin is. het past bij je. net als in je gedicht van Pessoa. en wat je in de duinen tegen papa zei. omringd door duinlandschap met een prachtige lucht en zicht op een wilde zee. als dit god is dan is het goed.

hoe verdrietig het ook is dat we je 56e niet met jou kunnen vieren. toch wil ik stilstaan bij de viering van deze dag. want dit is jouw geboortedag. en dat is het vieren waard. als jij niet geboren was dan was ik er niet geweest, jiska niet, en waren de levens van zoveel mensen door jou onberoerd gebleven. hoeveel mensen heb jij niet geraakt. diep geraakt en onomkeerbaar geholpen. in al die mensen leeft jouw kracht voort. en dat is mogelijk gemaakt door jou. dus die 12 mei 1956 was een goede dag voor de wereld. dank je wel. ik hou van je en ik mis je. vreselijk. maar ik denk aan je. altijd en overal. daarom ook een cadeautje vanuit cyprus. voor je verzameling.

voor mama

Er is metafysica genoeg in denken aan niets - Fernando Pessoa

Wat ik denk van de wereld?
Weet ik veel wat ik van de wereld denk!
Als ik ziek werd zou ik daar aan denken.


Welk idee heb ik over de dingen?
Welke mening heb ik omtrent de oorzaak en gevolgen?
Wat heb ik tot nu toe bespiegeld over God, de Ziel,
Over de Schepping van de wereld?
Ik weet niet.

(...)
Wie in de zon staat en de ogen sluit,
Begint met niet te weten wat de zon is
En heel veel dingen te denken vol van warmte.
Maar dan opent hij de ogen en hij ziet de zon,
En kan al nergens meer aan denken,
Want het zonlicht is meer waard dan de gedachten
Van alle filosofen en van alle dichters.
Het zonlicht weet niet wat het doet
En daarom faalt het niet en is het gemeengoed en goed.


(...)
'Innerlijke constitutie der dingen'
'Innerlijke zin van het Heelal'
Dat alles is onecht, dat alles wil niks zeggen.
Het is ongelofelijk dat men denken kan aan dat soort dingen,
Het is als denken aan redenen en doeleinden
Wanneer het eerste ochtendlicht straalt, en langs de rand der bomen
Een zacht en glanzend goud de duisternis verdrijft.


(...)
Maar als God de bloemen en de bomen is
En de bergen en zon en het maanlicht,
Dan geloof ik in hem,
Dan geloof ik in hem op ieder uur,
En mijn leven is één gebed en één mis,
En één communie met de ogen en door de oren.


Maar als God de bomen en de bloemen is,
En de bergen en het maanlicht en de zon,
Waarom dan noem ik hem God?
Ik noem hem bloemen en bomen en bergen en zon en maanlicht;
Want als hij, opdat ik hem zou zien,
Zich de zon gemaakt heeft en maanlicht en bloemen en bomen en bergen,
Als hij mij verschijnt zijnde bomen en bergen
En maanlicht en zon en bloemen,
Dan is het omdat hij wil dat ik hem ken
Als bomen en bergen en bloemen en maanlicht en zon.


En daarom gehoorzaam ik hem,
(Wat weet ik meer van God dan God van zichzelf?),
Ik gehoorzaam hem door te leven, spontaan,
Als wie de ogen openslaat en ziet,
En ik noem hem maanlicht en zon en bloemen en bomen en bergen,
En ik heb hem lief zonder aan hem te denken,
En ik denk mij hem door te zien en te horen,
En ik ga met hem op ieder uur.

vrijdag 11 mei 2012

zeelucht

Cypriotische zeelucht welteverstaan. heeft mij de afgelopen week bezig gehouden. zeelucht is goed voor een mens. het leegt het hoofd. even uitwaaien. eigenlijk altijd goed. de zeelucht maakte ruimte voor mijn denken. even geen telefoon, geen facebook, geen agenda. alleen mijn liefsten. denken over mijn drijfveren, mijn ontdekkingsreis naar de geheimen van het leven, mijn mama, ik als mama, mijn toekomst, onze toekomst, en hoe dit concreet te maken. Onder het genot van sterren aan de hemel, een planters punch en GT's hebben we gefilosofeerd over wat het betekent om hier te zijn. wat je te doen staat, of je doel is. over de transformatie van rups naar vlinder. over vliegen. over het tweesporenbeleid. aan de ene kant mama. waar is ze nu. is haar energie nog hier. hoe werkt dat. kom je in een later leven weer terug. gaan wij elkaar nog zien. hoe denk ik over dat soort dingen. en het andere spoor. mijn eigen spoor. zo dicht oog in oog met het leven gestaan. is er gaandeweg iets weggevallen, een muur, een bescherming, en meer ruimte ontstaan voor zoeken en bewustwording. ik las boeken over ontwikkelingsreizen. inspirerend en herkenbaar. en stimulerend. ik wil door met ontdekken. kijken, luisteren, lezen, voelen. dichter bij mezelf, mijn onderbuik, mijn intuitie komen en daar naar leven. maar hoe doe ik dat. dat is het juist. het is een pad waar geen plattegrond van is. lastig voor een projectmanager? ach ja. dat is ook maar een deel van mij. het is ook prikkelend. wat zal er op mijn pad komen. daar ruimte voor maken. dat is mijn belofte aan mijzelf. de weg is het doel.

woensdag 25 april 2012

de dood

de dood. daar kan ik nou werkelijk niets positiefs over zeggen. maar over het leven wel. en de dood hoort bij het leven. blijkt. wist ik veel. wie denkt er nou na over de dood als dat niet strikt noodzakelijk is. ik niet. maar nu wel. want de dood is mijn leven binnengekomen. dat is een gekke zin, de dood in mijn leven. niet mijn dood. dat niet. maar als het dan dus bij het leven hoort, dan moet ik er toch wat mee. dit bedenk ik allemaal vanuit de goot waar ik in lig. of zit. of eigenlijk uit aan het kruipen ben. de goot waar ik in lig sinds de dood in mijn leven is. ik ben wel klaar met die goot, dus ben aan het bekijken op welke manieren ik er allemaal uit kan komen. ik kan mezelf laten beamen, doen alsof ik er nooit in gelegen heb, een trap bouwen, klimmen, heel hoog springen, schreeuwen om hulp. ik besluit te klimmen. want ik heb geen haast. ik neem de tijd om uit de goot te komen en ik wil goed om me heen kijken onderweg naar boven. hoe ziet de wereld eruit als ik boven ben. hoe wil ik dat de wereld eruit ziet als ik boven kom. want voor mijn gevoel heb ik daar iets over te zeggen. voor mijn gevoel kan ik nu alles plat heeft gelegen, kiezen wat er nog is als ik boven kom. wat ik er laat zijn. en misschien zijn er wel nieuwe dingen. misschien. ik weet het eigenlijk wel zeker. want ik ben nieuw. ik ben anders. door de dood. maar niet lelijk anders. gewoon anders. zoals het is. nog steeds een optimist in hart en nieren met een grote liefde voor het leven. die liefde is nog groter geworden. door het besef van eindigheid. als het eindig is dan wil ik het pakken. pakken wat ik pakken kan. geluksmomentjes verzamelen. het is datzelfde leven dat mij in die goot heeft gesmeten dat mij nu grijpt in de essentie ervan. de kern. de bron. de kracht. dat vasthouden en gebruiken om intens te genieten van de mooie dingen.